Wat doet een ondernemingsraad eigenlijk?
Als softwareontwikkelaar verdien ik in principe mijn geld met het ontwerpen, bouwen en onderhouden van software. Sinds 2021 ben ik ook lid geworden van de ondernemingsraad (or) van mijn organisatie. Voor mijn directe collega’s in het software-team waar ik deel van uitmaak, betekent dat concreet dat ik elke week een volledige dag afwezig ben en me bezighoud met ‘andere taken’. Maar wat dat precies inhoudt?
Als ondernemingsraad communiceren we regelmatig waar we mee bezig zijn. We proberen dit op allerlei verschillende manieren te doen. Zo proberen we medewerkers te informeren met nieuwsbrieven en jaarverslagen, halen we informatie op bij afdelingsbezoeken, en bespreken we van alles en nog wat met medewerkers die dringende vragen hebben of iets bij ons willen aankaarten.
Toch hebben veel mensen geen duidelijk beeld van wat een or precies doet. Dat is op zich niet heel vreemd, vooral als men het gevoel heeft dat dingen goed gaan in de organisatie. Voor velen lijkt het werk dat de or doet dan ver weg en niet relevant. Dat is jammer, want een or kan van grote waarde zijn!
Eerst wat de or niet is: een vakbond. De ondernemingsraad vertegenwoordigt, net als een vakbond, de belangen van medewerkers, maar vervult wel een andere rol. Een vakbond is een externe organisatie die de belangen behartigt van zijn leden, zowel collectief als individuee,) en zich voornamelijk richt op het bevorderen van goede arbeidsvoorwaarden.
Een ondernemingsraad daarentegen vertegenwoordigt alle medewerkers binnen een organisatie. De taken van de or zijn vastgelegd in de zogeheten Wet op de ondernemingsraden (Wor). Daarin staat onder meer dat de or invloed uit mag oefenen op zaken die gaan over werkomstandigheden en personeelsbeleid, maar ook onderwerpen waar je waarschijnlijk niet direct aan denkt, zoals inclusiviteit en het milieu.
De mate van invloed die een or heeft, verschilt per onderwerp. Als bijvoorbeeld iets wil wijzigen aan arbeidstijden of de manier waarop personeel beoordeeld wordt, heeft de or instemmingsrecht. Dat betekent dat de wijziging alleen door kan gaan als de or daarmee instemt.
Daarnaast zijn er ook onderwerpen waarop de or adviesrecht heeft. Het gaat dan om besluiten die voor de organisatie verstrekkende financiële, economische of organisatorische gevolgen hebben. De bestuurder moet de or dan vooraf schriftelijk om advies vragen, en dat serieus meenemen bij het besluit. Een bestuurder mag dit advies naast zich neerleggen, maar moet dat dan wel kunnen uitleggen (en een maand wachten voordat hij het besluit mag uitvoeren).
Tot slot heeft de or nog initiatiefrecht. Dat betekent min of meer dat de or advies mag geven over alles wat hij zelf belangrijk vindt. Dat kan bijvoorbeeld de vergroening van het bedrijfspand zijn, maar ook heel kleine dingen, zoals de kwaliteit van de koffie of de kleur van het tapijt. De bestuurder moet het ontvangen advies minstens één keer met de or overleggen, maar is niet verplicht om er verder iets mee te doen.
Overigens werken vakbonden en ondernemingsraden soms wel samen. Vakbonden zijn bijvoorbeeld vaak betrokken bij de oprichting van de or en mogen kandidaten voordragen voor de or-verkiezingen. Andersom let de ondernemingsraad weer op de naleving van de cao die door de vakbond is onderhandeld.
Als ondernemingsraad heb je vooral veel te zeggen wanneer de bestuurder iets wil gaan besluiten. Daarvoor moet de or wel weten dat de bestuurder dat van plan is. Het is aan de bestuurder om de or tijdig op de hoogte te stellen van voorgenomen besluiten, maar ook andere informatie die voor de or wellicht van belang kan zijn. Dit wordt het informatierecht genoemd.
Vaak wordt informatie gedeeld tijdens een overlegvergadering, waarin onder andere de algemene gang van zaken besproken wordt. Deze vergadering vindt minimaal twee keer per jaar plaats. Meestal hebben de or en de bestuurder echter vaker contact met elkaar.
In een overlegvergadering worden veel belangrijke dingen besproken. Die moet je als or dus goed voorbereiden. Dat doen we bijvoorbeeld door allerlei documenten, zoals nieuwe regelingen en voorgenomen besluiten, te bestuderen en daar gezamenlijk een mening over te vormen. Ook is het altijd zinvol om overlegvergaderingen achteraf te evalueren. Dit wordt allemaal in interne vergaderingen gedaan, zonder de bestuurder.
Het kan voorkomen dat we niet voldoende kennis of informatie hebben om een standpunt in te nemen over een bepaald onderwerp. We kunnen er dan voor kiezen om zelf meer onderzoek te doen, een cursus te volgen, of advies in te winnen bij een externe deskundige.
Een hoop tijd gaat ook zitten in communicatie, zowel richting de bestuurder (wat adviseert de or?) als de achterban (wat hebben we voor jullie gedaan en wat kunnen we nog meer doen?).
Ik sluit artikelen wel vaker af met een lijstje met veelgestelde vragen, en .
Niet elke organisatie heeft een ondernemingsraad. Een onderneming is namelijk pas verplicht om een ondernemingsraad in te stellen wanneer er ten minste 50 personen werkzaam zijn. Het maakt daarbij niet uit of dat full-time of part-time medewerkers zijn. Wel moeten het eigen medewerkers zijn, dus geen freelancers, gedetacheerden, of stagiairs.
Maar ook kleinere ondernemingen mogen ervoor kiezen om een ondernemingsraad of een personeelsvertegenwoordiging (PVT) in te stellen. Wanneer een meerderheid van de onderneming daar om vraagt, is dat zelfs verplicht.
Om zijn werk goed te kunnen uitvoeren, heeft de or recht op veel (gevoelige) bedrijfsinformatie. Dit is informatie die niet mag uitlekken. Or-leden zijn daarom gebonden aan een geheimhoudingsplicht zolang de informatie geheim moet blijven, ook als een or-lid niet langer in de ondernemingsraad zit. Bij schending van de geheimhouding kan een strafrechtelijke procedure tegen het or-lid gestart worden.
Or-werk is ook werk. Je krijgt daar in principe dus tijd voor om dat goed uit te voeren. Die tijd mag je binnen (en soms buiten) je reguliere werkuren besteden, maar verder krijg je er niets extra’s voor. Dat hoeft ook niet: or-lid word je immers omdat je wilt inzetten voor de medewerkers in je organisatie en niet omdat je daar zelf beter van wordt.
Dit betekent overigens niet dat or-werk je niets oplevert. Als or-lid leer je een hoop nieuwe mensen kennen, ontdek je hoe een grote organisatie écht werkt, en krijg je de kans om veranderingen in gang te zetten.
Vaak wordt gedacht dat je als lid van de ondernemingsraad niet ontslagen kan worden, maar dat is niet waar.
Allereerst wat er wél waar is: als or-lid heb je ontslagbescherming. Dat wil zeggen dat je niet ontslagen kunt worden omdat je or-lid bent (en in die hoedanigheid je werkgever ‘dwars’ zit). Die bescherming heb je ook als je bijvoorbeeld kandidaat-lid bent of in de afgelopen twee jaar lid bent geweest.
Je kunt echter nog steeds om normale redenen ontslag krijgen. Bijvoorbeeld door een reorganisatie, je iets heel stouts gedaan hebt, of gewoon omdat je bij een andere werkgever verder wilt gaan.
Volgens de Nederlandse Taalunie wordt ‘or’ altijd met kleine letters geschreven, ook als het onderdeel is van een samenstelling zoals ‘or-lid’. Dit is al zo sinds de spellingswijziging van 2005.
Toch schrijven veel mensen in de praktijk ‘OR’, dus met hoofdletters. Ook dat is toegestaan, bijvoorbeeld wanneer dat de leesbaarheid ten goede komt. Mede daarom schrijven de meeste vakbladen en adviesbureaus nog steeds ‘OR’. Daarnaast voordat spellingswijzigingen volledig ingeburgerd zijn. Denk bijvoorbeeld aan ‘cadeau’ en ‘kado’, en het al dan niet toevoegen van een tussen-n.